BEGIN OVERZICHT LIMBURG OVERZICHT PER SOORT WIJZERWEETJES

Soorten uren

In de loop van de geschiedenis hebben allerlei uursystemen opgang gemaakt.

Ongelijke uren
Tot in de middeleeuwen verdeelde men de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang in twaalf uren. Dit was in de meeste gevallen ook de tijdsperiode dat men werkte.

Men zei niet "het is drie uur" of "het is negen uur" maar men sprak van de periode waarin men zich bevond, "in het derde uur" of  "in het negende uur".
In de namen van de gebedstijden in kloosters is dit nog terug te vinden zoals in de ‘terts’ (het derde uur) en de ‘none’ (het negende uur).
Als je in de parabel van de werkers in de wijngaard (Mat. 20,9) in de bijbel leest "zij die er vanaf het elfde uur waren", zijn dit de werkers die één tot maximum twee uur voor zonsondergang aan het werk gingen.

Bij die tijdmeting was in onze streken een uur in de zomer dubbel zo lang als in de winter.

Vandaar de naam 'ongelijke uren'.
Zij worden ook antieke uren, Hebreeuwse uren of Joodse uren genoemd


Gelijke uren
Pas vanaf omstreeks 1300 werden de uren gelijk. De dag begon voortaan om middernacht en eindigde vierentwintig uur later.

Sinds die tijd maakte men immers mechanische klokken waarvoor ongelijke uren, waarvan de duur afhankelijk is van de seizoenen, een ingewikkelde constructie zou vereisen. Bovendien begon men toen in de geïndustrialiseerde gebieden uit die tijd, Vlaanderen en Noord-Italië, de arbeiders per uur te betalen in plaats van per dag en in gelijk loon voor gelijke werkperiodes.

Dit uursysteem geldt nog steeds, zij het dat de echte plaatselijke tijd, de zonnetijd, vervangen is door eenzelfde tijd per tijdzone waarvan er vierentwintig verdeeld zijn over de omtrek van de aarde.

Over het verschil tussen zonnetijd en de huidige kloktijd lees je hier meer.


Horizontale puntzonnewijzer gecombineerd voor gewone (gelijke) uren [uurlijnen voor 6 tot 18 uur] en ongelijke uren [gekleurde stroken voor tweede t/m elfde uur]. De datumlijnen geven het begin aan van de periodes van de dierenriem. De schaduw van het uiteinde van een loodrechte paal (rode stip) wijst uur en datum aan.                                      tekening Willy Leenders 2011
Italische of Boheemse uren
Een andere manier om de vierentwintig uren in te passen was tegelijkertijd met de gelijke uren in voege van de 14e eeuw tot het midden van de 18e eeuw, vooral in Noord Italië en in Bohemen (de westelijke helft van het huidige Tsjechië). Zij worden de Italische of Boheemse uren genoemd.

Het vierentwintigste uur eindigt daarbij niet om middernacht maar als de zon ondergaat.
Het zijn ook gelijke uren maar zij hebben een ander uitgangspunt.

De Italische uren zijn genummerd van 1 tot 24.

Je kan ze ook nummeren van 24 tot 1. Dan heten ze ook co-Italische uren. Het cijfer geeft dan aan hoeveel uren er nog resten tot zonsondergang. Zo is de zonnewijzer in Hoeselt uitgevoerd.

Een variant van de Italische uren zijn de Italiaanse uren. Het vierentwintigste uur eindigt een halfuur na zonsondergang. Dan luidt de angelusklok, het sein dat het angelus gebeden werd, vandaar de naam ervan in Italië: l'ora del campanille, het uur van de klokkentoren.


Zonnewijzer met co-Italiaanse uren in Hoeselt                                Foto Willy Leenders 2010
Babylonische uren
In een variant op de Italische uren, de Babylonische uren, eindigt het vierentwintigste uur en begint het eerste uur als de zon opkomt.

De uren zijn genummerd van 1 tot 24.
Het cijfer geeft aan hoeveel uren er verstreken zijn sinds zonsopgang.
 

Soms verschillende soorten uren op één zonnewijzer
Soms zie je zonnewijzers waarop verschillende uursystemen tegelijkertijd zijn aangegeven. Je leest er de tijd op zowel in gelijke, Italische als Babylonische uren.

Dat is helemaal niet overzichtelijk. De meeste mensen geraken er niet wijs uit. Zo is de zonnewijzer bij het Prinsenhof in Groningen uitgevoerd en ook de astronomische klok in Praag  laat al die uren tegelijkertijd zien en bovendien ook de ongelijke uren.

Ook op de oudst bekende volwaardige zonnewijzer in Vlaanderen  uit 1601, bewaard in het Rubenshuis in Antwerpen is de tijd af te lezen in
- gelijke uren (volle lijnen en Romeinse cijfers)
- Hebreeuwse of ongelijke uren (puntlijnen)
- Italische uren (streeplijnen)



Zonnewijzer uit 1601 in het Rubenshuis in Antwerpen                                 Foto  Marc Storme


Zonnewijzer uit 1601 in het Rubenshuis in Antwerpen                Tekening Willy Leenders 2011